Herinneringen aan Pim Fortuyn
Het is nu twintig jaar geleden, maar het lijkt gisteren. De moord op Pim Fortuyn maakt deel uit van ons collectieve geheugen. Maar voor sommigen – zoals ik zelf – is de moord meer dan dat. In dat roerige voorjaar van 2002 was ik als politiek verslaggever van KRO’s Netwerk letterlijk getuige van zijn opkomst en dodelijke val. En dat doet nog steeds verdomd veel pijn.
Nee, een trauma heb ik niet opgelopen, zoals radiomaker Ruud de Wild die naast hem stond toen de kogels Pim troffen. Maar ik vind het nog steeds doodzonde dat ik Fortuyn niet bezig heb kunnen zien als Tweede Kamerlid en wie weet zelfs als minister-president, al beweerde Hans Wiegel naderhand dat Pim hem zou hebben gevraagd voor het premierschap. Meer nog dan de politicus, vind ik het vreselijk dat de mens Pim Fortuyn die zo vol leven en passie was de mond werd gesnoerd.
Rumoer
Ik was in de auto op de weg naar mijn vader die in het ziekenhuis in Den Haag lag toen ik het bericht hoorde: Fortuyn neergeschoten op het Mediapark. Mijn redactiechef Kees Boonman belde. Of ik door kon rijden naar het Kurhaus om daar Harry Mens te interviewen, een vriend van Pim. Ik herinner me niets meer van dat gesprek, maar het verdriet in zijn ogen nog wel. Een onwezenlijke sfeer op die mooie avond in mei. Of ik daarna naar het Binnenhof wilde gaan, daar waren opstootjes. Wat heet! Het was regelrechte oproer. Uit de parkeergarage op het Plein kwam rook – een auto was in de brand gestoken. Daarboven schreeuwden rumoerige Hagenezen om wraak. Ze deden een poging het Binnenhof op te komen. Inderhaast werd de ME opgeroepen. Het scheelde niet veel of de PvdA-burelen op de hoek van het Plein zouden zijn bestormd. Ik stortte me met camera en microfoon tussen de boze burgers. Naderhand pas beseffend hoe agressief de sfeer toen was.
Maar net als bij veel collega-journalisten drong de werkelijkheid amper door. Vijf dagen ervoor was ik nog bij Pim thuis geweest op het Burgerplein in Rotterdam. Het was een komen en gaan van tv-ploegen. Zijn trouwe woordvoerder Mat Herben poogde alles in goede banen te leiden. Pim was die middag niet chagrijnig, bot of onverschillig, maar vriendelijk en to the point. Het ging over zijn opvattingen over Europa en de uitbreiding ervan. Na de moord niet relevant meer, tot ik de opname tien jaar later weer terugvond en het met terugwerkende kracht toch interessant bleek. Deze opname is hier te bekijken.
Onverteerbaar
De maanden ervoor bevond ik me steeds in zijn voetsporen. In zijn partijkantoor in Rotterdam – waar ik als trofee een vlaggetje van de LPF ‘leende’ – tot de beruchte uitspraak tegen collega Wouke van Scherrenburg die naast me stond: ‘Ga toch naar huis, koken mens!’ Wat je er ook van mag vinden: Pim was een al al levenslust. Hij had er zin an.
Dat de milieuactivist Volkert van der G. dat leven bruut beëindigde blijft onverteerbaar. Nog steeds kan ik er niet verkroppen dat hij na een relatief korte straf weer gewoon rondloopt en zijn gezinsleven kon oppakken. Terwijl Pim al twintig jaar niet van wijn kan geniet, naar mooie mannen kan kijken en zich met politiek kan bemoeien. Met die onrechtvaardigheid kan ik nauwelijks leven. Misschien is dat mijn trauma. Maar ik prijs me gelukkig dat ik Pim Fortuyn een korte tijd van dichtbij mocht meemaken. Dat geeft troost in deze meidagen, vol van weemoed en verdriet.
Prachtig geschreven Wilfred! Ik kan niet anders dan je gevoel beamen.